Robert vindt het belangrijk dat dingen duidelijk zijn. Duidelijkheid is een van zijn kernwaarden, hij heeft het nodig. Als de wereld om hem heen onduidelijk is wordt hij onrustig.

Op zijn werk heeft Robert last van de manier waarop zijn leidinggevende communiceert. Die is wat chaotischer en dat schept soms onduidelijkheid voor Robert. Dat levert irritatie bij hem op, want Robert vindt: “mijn leidinggevende moet gewoon duidelijk zijn”.

Hoe duidelijk ben je zelf?

“Ik heb gewoon veel structuur nodig.” zegt Robert. “Maar mijn leidinggevende is zo onduidelijk altijd, zij verwacht altijd dingen van me, maar ik weet gewoon niet precies wat er dan moet gebeuren. Ze zou inmiddels toch moeten weten dat ik duidelijkheid nodig heb. Zo ben ik gewoon.”

Een belangrijke vraag om dan te stellen is: “hoe duidelijk ben jij zelf eigenlijk voor je leidinggevende?”

In eerste instantie is Robert ervan overtuigd dat hij duidelijk is geweest naar zijn leidinggevende. Hij heeft namelijk ooit eens aangegeven dat het hem niet duidelijk was wat zijn leidinggevende bedoelde. Maar hoe weet hij nu of zijn leidinggevende dat nu nog weet? En weet ze dat het nu weer niet duidelijk is voor Robert?

In ons gesprek komt Robert tot het inzicht dat hij aannames doet waarvan hij niet weet of het werkelijk zo is.  Zijn eerlijke antwoord op mijn eerdere vraag is: “eigenlijk ben ik zelf niet zo erg duidelijk richting mijn leidinggevende ”.

Help de ander om jou te helpen

Dat inzicht is al een deel van de oplossing. Robert legt het probleem eigenlijk bij zijn leidinggevende, want hij verwacht dat zij zijn gedachten kan lezen, dat zij hem direct helemaal doorgrondt. Maar natuurlijk worden er geen gedachten gelezen en heeft Robert nog steeds last van de onduidelijkheid.

Daar ligt dus een taak voor Robert: hij moet het gesprek aangaan met zijn leidinggevende. Dan kan hij uitspreken wat hij van haar nodig heeft en verwacht. Op die manier kan hij de ander weer helpen om hém te helpen.

Check, check, dubbelcheck

De beste oplossing voor Robert is om het gesprek aan te gaan. Tijdens dat gesprek is het belangrijk voor Robert om steeds te checken. Check, check, dubbelcheck. Hij kan steeds vragen:

  • Wat verwacht jij van mij?
  • Wat verwacht ik van jou?

Door de verwachtingen duidelijk te hebben voorkom je dat je zelf gaat invullen wat de ander denkt. Om dat makkelijk te maken gebruik ik het ezelsbruggetje: smeer N.I.V.E.A. Dat is kort voor: Niet Invullen Voor Een Ander. We gaan er gewoon snel van uit dat we wel weten wat de ander bedoelt. Maar vaak klopt die invulling dus niet en dat levert miscommunicatie op. Dus: check, check, dubbelcheck; zo voorkom je miscommunicatie.

Erger jij je aan je collega en vind je het lastig om daarmee om te gaan? Vind je er van alles van maar vind je het lastig om het bespreekbaar te maken? Neem gerust contact met me op, dan kunnen we bespreken wat ik voor je kan doen.